De vertaling van het Engelstalige ‘laptop’ luidt niet voor niets ‘schootcomputer’. Het apparaat is bedoeld als draagbare computer. Handig om overal mee naartoe te nemen. En om dat verder mogelijk te maken is de laptop voorzien van een batterij, zodat hij werkt op plekken waar geen stroom beschikbaar is.

Maar computers zijn stroomvreters. Daarom kan een laptop veel minder lang zonder stopcontact dan een tablet of smartphone. Zo goed mogelijk ingesteld gaat de batterij het langst mee. Wat zijn die zo goed mogelijke instellingen?

Verschillende laptoponderdelen vragen om stroom. Grootverbruikers zijn het beeldscherm en de processoren. Samen zijn die goed voor zo'n 80 procent van het stroomverbruik. Daarnaast willen verbindingen als wifi of bluetooth graag wat energie en vragen de verschillende USB-aansluitingen om stroom. De grootverbruikers zo goed mogelijk instellen levert de meeste winst op. Maar het blijft ook verstandig verbindingen en aansluitingen goed in te stellen. Hieronder bespreken we de opties.

De monitor, met andere woorden het beeldscherm, lust er wel pap van. Gretig slurpt hij de accustroom op. Maar het beeldscherm laat zich wel enigszins temmen. Elke laptop heeft de mogelijkheid de helderheid van het beeldscherm in te stellen. Ga voor zo laag mogelijk om batterij te besparen. Het aanpassen van de helderheid kan op verschillende manieren.

Via de Taakbalk

  • Klik in Windows 10 rechtsonder op het icoon van het Actiecentrum. Dit is het pictogram van een tekstballon. Klik in Windows 11 rechtsonder op het pictogram van de batterij.
  • Beweeg het schuifje onderaan naar links voor een minder helder scherm. Gebruik hiervoor de schuifregelaar bij het pictogram van het zonnetje.
  • Klik op een willekeurige plek van het Bureaublad om het menu weer te sluiten.

Via het toetsenbord

Sommige laptops laten de helderheid bedienen via het ingebouwde (fysieke) toetsenbord. Volg onderstaande stappen. Ziet u deze toetsen niet, dan werkt het voor uw model laptop niet.

  • Kijk naar de toetsen helemaal bovenaan. Deze zijn genummerd van F1 tot en met F12. In sommige gevallen hebben deze toetsen icoontjes Zoek naar twee iconen van een zonnetje met stralen. Het icoon links is kleiner dan het pictogram rechts.
  • Druk het icoontje links in om de helderheid van het scherm te verlagen.
    • Werkt dit niet? Druk dan onderaan op het toetsenbord de FM-toets in, houd die ingedrukt en druk op de toets met het kleine zonnetje.

De minimale helderheid van een scherm wordt voor een groot deel bepaald door het omgevingslicht. ’s Avonds in een schaarsverlichte kamer is de minimale helderheid voldoende, buiten in de felle zon is soms de helderste stand nog onvoldoende. Sommige laptops hebben sensoren die het omgevingslicht waarnemen en de helderheid van het scherm daarop aanpassen. Doet de laptop dit niet automatisch, stel het dan zelf als volgt in:

  • Klik op de Startknop.
  • Klik op het tandwiel om naar de Instellingen te gaan.
  • Klik in Windows 10 op Systeem.
  • Klik op Beeldscherm.
  • Plaats een vinkje naast Helderheid automatisch aanpassen als het licht verandert.
    (Ziet u deze optie niet dan heeft uw laptop niet deze mogelijkheid)
  • Sluit het Instellingenvenster.

De processor (en grafische processor) plus het aanwezige geheugen vormen het kloppend hart van de laptop. Of het nu gaat om het starten van Windows, het bewerken van een foto, het typen van een mailtje of het tonen van dit alles op het beeldscherm. Het zijn allemaal instructies die door de processor worden verwerkt. En die stroom slurpen. Zet programma’s die automatisch starten met Windows, maar die u niet direct nodig hebt, uit. Ze zijn altijd later op te starten wanneer ze nodig zijn.

  • Klik op de Startknop.
  • Klik op het tandwiel om naar de Instellingen te gaan.
  • Klik op Apps.
  • Klik op Opstarten.
  • Er verschijnt een lijst van programma's en apps die automatisch opstarten. Zet het schuifje achter een programma dat niet automatisch hoeft te starten op uit door erop te klikken.

Niet zeker van een programma? Laat het dan met rust. Onderdelen die u gerust kunt uitzetten zijn Cortana, Skype, Your Phone, Microsoft Teams, Microsoft Edge en Adobe Reader.

Bluetooth en wifi vragen altijd om stroom. Ook wanneer ze niet actief worden gebruikt. Dus de batterij houdt het langer vol zonder deze verbindingen. Gebruikt u bluetooth (even) niet, zet het uit. Hetzelfde geldt voor internet. Hebt u wifi echt nodig om te surfen of e-mails te ontvangen/versturen, dan moet het natuurlijk aan blijven staan. Maar, geen internet nodig: wifi uit!

 

  • Klik in Windows 10 rechtsonder op het icoon van het Actiecentrum. Klik in Windows 11 rechtsonder op het wifi-pictogram (vier verbindingsstreepjes).
  • Zet wifi uit. Dat werkt zo:
    • Windows 10: klik op het lichtgrijze blokje Netwerk. Klik daarna op het blauwe blokje Wi-Fi.
    • Windows 11: klik op het blauwe wifi-pictogram. Dit is het pictogram met de vier verbindingsstreepjes.

De wifiverbinding is nu uitgezet. Volg de stappen nogmaals om de verbinding weer te activeren. Via hetzelfde menu kunt u ook bluetooth uitschakelen. Zoek hiervoor de optie met het bluetooth-pictogram.

Een laptop heeft meestal verschillende USB-poorten. Daarop kunnen bijvoorbeeld een muis, externe harde schijf of USB-stick worden aangesloten. Onthoud dat elk aangesloten USB-apparaat stroom blijft vragen. Dus laat de USB-stick niet in de laptop zitten. Verbind alleen als u hem nodig hebt en verwijder hem daarna direct weer.

Loopt de laptop op de batterij, dan is het aan te bevelen het apparaat niet lang aan te laten staan zonder dat u erop werkt. Dat kan door het scherm uit te laten gaan en de laptop in de zogeheten slaapstand te zetten. Het apparaat gebruikt dan weinig stroom.

  • Klik op de Startknop.
  • Klik op het tandwiel om naar de Instellingen te gaan.
  • Klik in Windows 10 op Systeem.
  • Klik in Windows 10 op Energiebeheer en slaapstand en klik onder Scherm en Slaapstand op het menu. Klik in Windows 11 op Aan/uit & accu > Scherm en slaapstand.
  • Bepaal wanneer het scherm uitschakelt bij gebruik van batterijstroom, bijvoorbeeld 5 minuten.
  • Bepaal wanneer de laptop in de slaapstand gaat, bijvoorbeeld 5 minuten.